Lichte verontwaardiging onder kinderboekenliefhebbers: wordt er eens een kinderboek in DWDD besproken, is het van een Bekénde Néderlander! Geteutebel, maar niet helemaal onbegrijpelijk - kinderboekenschrijvers raken nu eenmaal niet bekend als in de wereld van Matthijs van Nieuwkerk alleen Bekende Nederlanders kinderboeken schrijven. Overigens besteedde het boekenpanel wel degelijk aandacht aan boeken die dat om literaire en artistieke merites verdienen, zoals Het raadsel van alles wat leeft van Jan Paul Schutten en Floor Rieder, lang voor het een Gouden Griffel en een Gouden Penseel won. In het geval van Martine Bijl gaat het, net als bij het milieukinderboek van leesprinses Laurentien, toch echt om Martine Bijl en niet om wat ze geschreven heeft. Want moet je de boeken van Bijl hebben? Neuh. Bijl begon in de jaren zeventig met het schrijven en voorlezen van Eftelingsprookjes. En daar is het bij gebleven. Niet onverdienstelijk maar bepaald niet met haar tijd meegegaan. Haar talent ligt in het voorlezen, de sprookjes-in-verzen zelf hebben last van flauwiteiten en rijmdwang en blijven, hoe sympathiek ook, naast hedendaags topwerk van Joke van Leeuwen, Hans en Monique Hagen, Sjoerd Kuyper, Ted van Lieshout en Bette Westera niet overeind. Er was eens een prins en die wou een prinses is luxe uitgegeven en Noëlle Smit verdient een pluim voor de smaakvolle prenten en het overtuigende omslag. Dat kan niet verhullen wat Bijl zelf ook wel weet: 'En het jongste geitje was een held! / Ziezo, nou ben ik uitverteld.'
↧