Ter voorbereiding van mijn interview met Martha Heesen, morgen in de Volkskrant, vond ik deze oude recensie van Bregje Boonstra over Toen Faas niet thuiskwam. De recensie gaat eigenlijk meer over de vraag waarom ik zo'n hekel aan zulke boeken zou hebben en staat - natuurlijk - weer bol van de slecht weergegeven standpunten. En dan doel ik natuurlijk op de weergave van die van mij. Maar van Bregje Boonstra moet je dat kunnen hebben, ik wel in elk geval. Was ik echt zo 'boos' als ze me omschrijft in die dagen? Ja, dat was ik wel. Alle aandacht ging al bijna twintig jaar naar dunne boekjes die niemand las. Literatuur zonder lezers. Kan dat wel, vroeg ik me hardop af: literatuur zonder lezers? Bregje Boonstra wreef me terecht in dat ik overdreef, dat die lezers er natuurlijk wél waren. Dat erken ik. Toen ook al trouwens. Het probleem is dat het er zo ontzettend weinig waren. En zijn. En dat je een tegengeluid soms groot en sterk moet maken, om gehoord te worden. Iets wat de vorige generatie recensenten nooit heeft willen erkennen, in elk geval niet tegen mij: de enorme macht die uitging van een groep dametjes die in alle media die ertoe deden eigenlijk hetzelfde verhaal vertelden en dat hielpen bekrachtigen met subsidies en prijzen, waar ze niet zelden ook nog eens bij betrokken waren als adviseur of jurylid. Dat we in een jeugdliteraire Gouden Eeuw zaten, dat kinderboeken Nog Nooit Zo Goed Waren geweest. Ik geloof er nog steeds in dat die eenzijdige kijk op kinderboeken niet goed was, dat er een gevarieerder aanbod moest zijn, en dat we af moesten van het dedain waarmee gepraat werd over succesvolle verhalenvertellers uit het verleden. Ik heb nooit geroepen om een nieuwe Dahl of Dragt. Ik heb wel het klimaat willen bestrijden waarin schrijvers van dat kaliber behandeld werden als mindere goden. Maar de tijden zijn veranderd. We dreigen te verzuipen in de graphic-novelpulp en youngadultgejodel, boeken die al marketingconcepten zijn voordat er een punt op papier staat. De macht van recensenten lijkt gebroken, er wordt alleen nog maar over verkoopcijfers en filmrechten gepraat, de kinderboekenkritiek dreigt af te glijden naar het verjaardagsfeestjesniveau ('leuk, weet jij nog wat geinigs voor mij zoon van 10, hij is door al zijn Leven van een losers heen'). Met Bregje Boonstra ben ik het in grote lijnen vaak juist eens geweest. Ik was géén fan van Harry Potter. En niet op zoek naar een nieuwe Tonke Dragt of Roald Dahl. Hoogstens heb ik er met zulke auteurs (Biegel!) willen duidelijk maken dat kwaliteit en gelezen worden wel degelijk samen kan gaan en dat het tijd werd dat er voor dat soort schrijvers hernieuwde waardering kwam. Precies zoals ze het in dit stuk verwoordt: schrijvers schrijven wat ze schrijven. Je kunt ze, als recensent, niet máken. En breken is er tegenwoordig al helemaal niet meer bij: verkopen doet de ene auteur toch wel en de andere auteur toch niet. Waarom is die discussie eigenlijk verstomd? Hij lijkt me, in een andere vorm, juist harder nodig dan ooit.
↧